Vrede verbindt

Foto's Han de Bruin (www.handebruinfotografie.nl)

Op maandag 21 september werd de jaarlijkse Vredeswake gehouden op het Stadhuisplein. Zo’n 100 mensen gaven gehoor aan de oproep om stil te staan bij die talloze, vaak naamloze, dappere mensen die zich inzetten voor de vrede in hun land. Dit jaar was het thema “Vrede verbindt” met aandacht voor bruggenbouwers die te midden van conflicten steeds op zoek zijn naar mogelijkheden om tegenstellingen te overwinnen.

De wake

Lucia de Jeu ontstak namens de werkgroepen MOV/ZWO een kaars op het plein. Leden van de christelijke studentenvereniging Panoplia spreidden vervolgens de kleurrijke stroken uit van de Banier van de Mensheid. Ashenafi Abraha en Semere vulden de ruimte van het Stadhuisplein met muzikale klanken uit Eritrea.
Wethouder Roos van Gelderen, Jaap van Meijgaarden (vrijwilliger van Vluchtelingenwerk ZHN), Akke Timmermans (voorzitter van de St. Vrouwennetwerk Leiden) en Ton Snepvangers (coördinator van De Bakkerij) uitten hun zorgen over conflicten in onze wereld, veraf maar ook in het kader van huiselijk geweld en vroegen aandacht voor een humane opvang en begeleiding van vluchtelingen op zoek naar een nieuwe veilige thuishaven.

Lotgenoten en reisgenoten

Met een gedicht van Ad de Bont werd ook nadrukkelijk stil gestaan bij de ruim tweeduizend slachtoffers die het leven lieten tijdens hun tocht over de Middellandse Zee. Tamara Breton (projectmedewerker van De Bakkerij) besloot de wake met een kort gebed om vrede. Want het verlangen naar vrede verbindt mensen overal ter wereld, het maakt ons tot lotgenoten, reisgenoten, ook tijdens de wake op het Stadhuisplein in het centrum van Leiden.
 

Vluchteling?

Gedicht van Ad de Bont
Uit: Mirad, een jongen uit Bosnië (1996)

Maar ik ben geen vluchteling
want ik ben niet gevlucht.
Ik ben weggewaaid als een blad
van een boom.

Er is in ons land een verschrikkelijke
wind opgestoken.
Een wind vol vuur en verkrachting.
En op een dag, op een dag
die ik me niet meer herinner,
die ik me niet meer durf te herinneren,
ben ik weggewaaid.

Wie zou er uit zichzelf vluchten,
z’n eigen huis,
z’n eigen dorp of stad,
z’n eigen land,
z’n eigen familie in de steek laten
en dan ergens aankomen waar
je niet welkom bent?

Vluchtelingen zijn nooit welkom,
nergens; dat weet iedereen.
Dat heeft de geschiedenis
al zo vaak bewezen.

Waarom zou je dan vluchten,
waarom een langzame dood
in een vreemd land,
als je op de drempel van je eigen huis
ook kunt sterven?

Vluchtelingen bestaan niet,
er bestaan alleen weggewaaide mensen
die door de wind
over de wereld zijn geblazen.

-

Ruim tweeduizend van hen,
als bladeren weggerukt van de boom
van hun leven,
samen geveegd in overvolle
dobberende doodskisten
op de Middellandse Zee,
raakten te water,
verdronken of spoelden aan op
de kusten van Libië, Turkije, Italië en Griekenland.

Een enkeling kennen we bij naam,
maar te veel van hen gingen
en gaan nog dagelijks
naamloos ten onder.

De wanhoop,
de nachtmerrie,
de onbegrijpelijke besluitenloosheid,
het toekijken,
de onmacht,
het intens verdriet.

Woorden schieten tekort….