Hun verhaal: niks meer te vertellen...

Omdat op bezoek gaan tijdens corona nog niet altijd mogelijk was en is, bellen onze vrijwilligers regelmatig met hun oma of opa. Zo sprak Jacqueline een tijdje terug met ‘haar oma’.

Dag mevrouw V., hoe gaat het met u?

Nou, wat zal ik zegge. Me hulp is na 10 jaar gestopt en nou krijg ik elleke keer een ander.
Van de week een Syrische jongen en die zoog overal omheen. En hij dweilde de keuken met een droge dweil…..
En het oude sop wilde hij gebruiken voor de wastafel en badkamer. Ik heb hem het voorgedaan.
En hij moest eerder weg. En hij wil weer in het restaurant werken. Ze kenne geen mensen krijge.

En hoe is het verder?

De leiding vergeet de medicatie, maar ik geef het op. En me buren doen boodschappen vers.
En vrijdags komen er studenten met soep en zoutjes of een puzzelboekje of een kaart. Nou ik heb liever die zoutjes, lekker.
Die broccolisoep was niet zo, te slap, ze hebbe er niet genoeg aardappelen ingedaan om te binden.
Waarvandaan ze kommen, weet ik niet. Wel aardig altijd, met twee of drie.
Nee, ik spreek te weinig mensen, ze gaan allemaal dood.
En me zoon zit in Frankrijk. Die komt terug voor de prik. Ik heb ‘m al. Dat was goed geregeld bij de Holiday Inn.
Me buurvrouw heb me gebracht en ik zag ook een bus met veel mensen, van een bejaardenhuis zeker.
Nee, het was goed geregeld, over zes weken nog een keer.
En buren halen vers eten voor me, de rest hebt ik hoor: zand, zeep, soda en toiletpapier.
Maar ja, die groente en dat fruit mot ik toch vers krijgen.
Het zijn beste mensen hoor, maar ik doe het toch liever zelf.
En het eten is soms ook niks.
Ik zou graag een pannenkoek eten, maar die blijft hangen in mijn slokdarm, van dat probleem, dus dat durft ik niet, ook met water lukt dat niet.
Mijn jongens zeggen dat ik een wijntje moet nemen, maar dat kennen we niet hebben, dan wordt oma dronken, haha!
Sla ken ik wel eten.

En slaapt u wel een beetje?

Ik neemt meestal ijsbergsla, dat is lekker stevig.
Volgende week gaat het dooien, maar dan duurt het nog wel veel dagen voordat de vorst uit de grond is, dus ik kan niet naar buiten.
Ach, ik lees een beetje. Gelukkig schijnt de zon.

Heeft u nog post gehad, over dat eten in die school?

Ja, dat heb ik gehad, het was daar veel te koud, die jongeren voelen dat niet, maar ik had het koud.
Was wel leuk. En voor die daklozen hebben ze slaapplaatsen, dat is wel fijn.
Ja, ik ben soms wel verdrietig, me zus is pas dood en me broer in Nieuwkoop, die woont tegenover een snackbar. Ken die lekker kippetje halen.
Ja, en ze bellen van de kerk, maar soms spreek ik niemand de hele dag.
De kinderen bellen wel, maar je heb niks meer te vertellen...

Ik gaat nu een boterhammetje smeren en dan effe rusten.
Nou dag, fijn dat je belde.